Vraaggesprek met Gianni Baget Bozzo

over de Traditionele Mis van de Romeinse Ritus

De Italiaanse priester en schrijver Gianni Baget Bozzo, die jarenlang nauw samenwerkde met Giuseppe Kardinaal Siri, aartsbisschop van Genoa (die bijna tweemaal tot Paus gekozen werd), in de Italiaanse pers overweegt het vraagstuk van het herstel van de rooms-katholieke liturgie. In een artikel in de krant Il Giornale van 26 augustus 1998 met de titel  "Waarom de Latijnse Mis niet een ritus is voor alleen nostalgici," Bozzo zet de redenen uiteen ten gunste van het herstel van de ‘oude Mis’. En die redenen overtuigen een steeds toenemende aantal hooggeplaatsten in Rome.

"In vele bisdommen wordt steeds vaker vergunning aan priesters en gelovigen verleend om de traditionele katholieke Mis, die 1800 jaar oud is, te vieren." aldus Bozzo. "Die Mis wordt de ‘Mis van Sint-Pius V’ genoemd, omdat Sint-Pius de Vijfde de Paus was, die de autentieke tekst van de Mis officieel bevestigde, na afloop van het Concilie van Trente (vandaar wordt die zelfde Mis ook ‘Tridentijnse Mis’ genoemd.) De Mis van Sint-Pius V wordt alleen in het Latijn gevierd, dus, het opnieuw willen vieren van die Mis tot nu toe is beschouwd als een soort verlangen naar het verleden door een groep nostalgici in de tijdperk van de mondialisering."

Maar het verlangen naar de "oude Mis" is veel meer dan heimwee en ongerustheid ten opzichte van de moderniteit, beweert Bozzo.

"De groepen, die straks na de invoering van de ‘hervormde liturgie’ in het jaar 1970 in opdracht van het Tweede Vaticaanse Concilie ontstonden, om de Mis van Sint-Pius V te bevorderen, hielden van de schoonheid van de latijnse taal en van de gregoriaanse zang. Zij wouden de Latijnse Mis bewaren, vanwege het Latijn," schrijft hij. "Maar diegenen die hedendag belangstelling voor de Mis van Sint-Pius V tonen, zijn niet alleen door het Latijn aangetrokken, maar ook door de tekst en de rituelen, onafhankelijk van de taal."

’t Is niet alleen een kwestie van Latijn en Gregoriaanse zang, maar een kwestie van de inhoud zelf van de Mis, aldus Bozzo.

"De na-conciliaire hervormde Mis is iets anders dan de traditionele Mis," zegt Bozzo. "De 'nieuwe' Mis is zeker rechtzinnig, maar heeft niet die geheimzinnige (mistieke) geestelijke eigenschap, die de eeuwenoude Mis wel heeft. De 'oude' Mis heeft een persoonlijke toon. De aardse offeraar van de Mis is de priester, die zich als zondaar voelt en die, als zondanig, om vergiffenis vraagt. Het meevierende volk voelt zich ook als zondaar, en smeekt om vergiffenis met een persoonlijke schuldbelijdenis, niet met een gemeenschappelijke schuldbelijdenis. Iedereen is afzonderlijk zondaar; gemeenschappelijke zonde bestaat niet. Het woord 'wij' in de Mis van Sint-Pius V verschijnt slechts na het einde van de boeteritus."

"Ten slotte," schrijft hij, "de gehele oude Mis is bovenal doordrenkt door de verkondiging van de werkelijke tegenwoordigheid (niet metaforische of simbolische) van Christus in de gedaanten van brood en wijn. De vele tekenen van het kruis, die de priester op het brood en de wijn maakt tijdens de Canon van de Mis, verwijzen naar de tegenwoordigstelling op het aardse altaar van het Offer van Christus aan het Kruis. En met het veelvuldig kussen van het Altaar wordt een bijzonder vorm van tederheid uitgedrukt.

"In de (oude) Mis van Sint-Pius V bevinden zich heel veel mooie dingen, die niet te vinden zijn in de (nieuwe) Mis van Paulus VI. De Mis van Paulus VI is gekenmerkt door een afwezigheid van gevoelens (‘affektieve steriliteit’) … Kil en koud is de nieuwe Mis, waar gitaren aan toegevoegd worden als een vreemde klank die er niet bij hoort, met banale woorden, die geen geloofsleerstellige inhoud bevatten, en muziek, die gebrekkig is aan schoonheid.

Zou er soms een verband kunnen zijn tussen de grote crisis die de Kerk overkwam in de jaren 1970 en de verandering in de Mis? Zou het kunnen zijn, dat de crisis van roepingen tot het priesterschap te danken is aan het verlies van de sacraliteit van de priester, die zo goed tot uitdrukking kwam in de oude Mis?

"Als katholieken er een gewoonte van zouden maken om deze Mis van Sint-Pius V weer te vieren, ook – als dat moet –  naast de monopolie van de streng opgedrongen hervormde katholieke eredienst,  dan zou dat een goede zaak zijn," eindigt Bozzo. "Het Tweede Vaticaanse Concilie heeft de godsdienstige vrijheid van de niet-katholieken erkend, en de liturgische vormen van de katholieke eredienst vermenigvuldigd. Kan er tegelijk de vrijheid niet zijn in de naconciliaire Kerk om ook de Mis van de Traditie te vieren?"

Dat is een heel goede vraag, die de Paus zelf aan het overwegen is.

Postscriptum: Op 7 juli 2007 heeft onze Opperste Pontifex Paus Benedictus XVI met zijn Apostolische Brief Motu Proprio ‘Summorum Pontificum’ de Liturgie van de Mis, de Sakramenten en het Goddelijke Officie van de klassieke Romeinse Ritus vrijgesteld van de goedkeuring van de plaatselijke Bisschop; heeft verklaard, dat de klassieke Romeinse Ritus, minder juist ook ‘Tridentijns’ genoemd (in het Motu Proprio ‘buitengewoone vorm van de Romeinse Ritus’ genoemd) nooit juridisch afgeschaft is en in ere dient gehouden te worden; en heeft bepaald, dat ieder priester, bij het opdragen van de H. Mis, het toedienen van de Sakramenten en het bidden van het Goddelijke Officie, vrij gebruik mag maken van de liturgische boeken die geldig waren tot/met 1970. Laten wij bidden, dat, ondanks de valse berichten verspreid door groot deel van de wereldse en de officiele katholieke pers, en ondanks de pogingen van vele Bisschoppen ook de bepalingen van dit Motu Proprio te verhinderen gelijk zij jarenlang het Motu Proprio van Johannes Paulus II (‘Ecclesia Dei’, 1988) verhinderd hebben, het Christenvolk zijn rechten op te eisen zal weten, en dat de Mis van de Traditie weer op ieder altaar van de Latijnse Kerk opgedragen zal worden – ‘ad laudem et gloriam Nominis Sui, ad utilitatem quoque nostram, totiusque Ecclesiae Suae sanctae!’ (‘tot lof en ere van Zijn Naam, tot welzijn van ons, en van heel Zijn heilige Kerk!’)         

Thuispagina     ~     Inhoud